Het project

Het struikelstenen project Eindhoven is een onderdeel van het Stolpersteine projekt van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Hij werd geboren in 1947 in Berlijn. Als kind van de na-oorlogse generatie was hij verbijsterd over wat zich in de periode 1933 – 1945 had voltrokken. En evenzeer was er verbijstering toen hij constateerde dat de samenleving onverstoorbaar doorging met leven alsof die gruwelijke periode niet had bestaan. En dat kon hij maar moeilijk verenigen met de door hem geformuleerde missie als kunstenaar, dat zijn kunst een reactie diende te zijn op de maatschappij waar hij deel van uitmaakte. De geschiedenis van de joden in Duitsland, was ook een deel van zijn geschiedenis en die mocht niet verdonkermaand worden. Immers, de vader van de kunstenaar was wehrmachtofficier geweest en de jonge Gunter Demnig had het nooit gewaagd om zijn vader naar zijn activiteiten als soldaat te vragen. Die omstandigheid werd de motor van het project Stolpersteine. Gunter Demnig wilde de Duitse samenleving confronteren met haar Nationaal Socialistische verleden. Een verleden dat veel Duitse burgers die die periode hadden meegemaakt, het liefst zo snel mogelijk wilden vergeten. Duitslands geschiedenis kende een groot aantal joodse burgers die mede de Duitse geschiedenis vorm had gegeven. En hoe meer de tijd verstreek hoe minder Duitsers nog zich realiseerden dat de periode 1933 – 1945 een groot deel van de Duitse geschiedenis had uitgewist. En vanuit die gedachte bedacht hij de ‘Stolperstein’. Enerzijds een sterk symbool om de Duitse burger er aan te herinneren dat de Joodse geschiedenis deel uitmaakte van de Duitse geschiedenis en anderzijds een sterk symbool om al die Duitse medeburgers te herdenken die het slachtoffer werden van de Nazi-rassenwaan. Zelf zegt Demnig daarover:’ Een Stolperstein is om mensen te laten struikelen, Niet letterlijk, maar struikelen met het hart en het hoofd. In die donkere tijd werden Duitse burgers uitgesloten van hun grondrechten en vogelvrij verklaard. Het is het bewust worden van een schandvlek op onze geschiedenis. De Stolperstein ligt in het plaveisel van de openbare weg. Als je de tekst wilt lezen, heb je het hoofd te buigen. En je leest, in dat die donkere tijd, een mens hier leefde, gedeporteerd werd en vermoord. Een monument om even stil te staan. Niet op een moment dat we besloten hebben om collectief te herdenken, maar op het moment dat je de glimmende steen in het plaveisel gewaar wordt. Dus op het onverwachte moment, midden in het leven zelf:

De Stolpersteine van Gunter Demnig vormen een spoor van de tragische Joodse geschiedenis in Europa. Inmiddels heeft de Kunstenaar meer dan 22.000 Stolpersteine gelegd, overal in Europa. Het is het grootste gedecentraliseerde monument voor de slachtoffers van de Nationaal Socialistische staatsterreur. En binnen de joodse traditie is het ook een persoonlijk monument voor ieder individueel slachtoffer. In de Talmoed staat geschreven dat een mens pas is vergeten als zijn naam niet meer genoemd wordt. Miljoenen slachtoffers uit heel Europa kregen geen graf. Met de Stolpersteine krijgen individuele slachtoffers hun naam terug en hun rechtmatige plaats die ze ooit hadden in de samenleving bevestigd. Alle 22.000 ‘Stolpersteine’ zijn door de kunstenaar zelf gelegd. Het is een levenswerk voor hem geworden. ‘Zolang mijn rug het houdt ga ik door’. Hij beseft evenwel dat hij zijn zichzelf opgelegde taak nooit geklaard krijgt. Meer dan zes miljoenen stenen zijn er nodig om die taak te volbrengen. En daar is één mensenleven te kort voor. Maar vooralsnog gaat Demnig door. En overal ontstaan particuliere initiatieven om de kunstenaar te helpen zijn taak te volbrengen. Zo ook in Eindhoven.

Het project in Eindhoven

Op tien mei 2009 plaatste Gunter Demnig in opdracht van de Raad van Bestuur van de GGzE 24 Stolpersteine op het landgoed De Grote Beek. Het waren de eerste ‘struikelstenen’ binnen de gemeentegrenzen. Deze 24 struikelstenen verhalen van het lot van 24 joodse patiënten die hier in de bezettingstijd werden weggevoerd en vermoord. Het is deze gebeurtenis die aanleiding was om de werkgroep ‘struikelstenen Eindhoven’ in het leven te roepen. Er werd een voorstel gedaan aan de burgemeester van Eindhoven om alle joodse burgers van Eindhoven hun naam terug te geven en hun rechtmatige plaats die ze ooit in Eindhoven hadden te markeren. Burgemeester van Gijsel was enthousiast voor het plan, en besprak het in de gemeenteraad. De initiatiefnemers meenden dat er voldoende draagkracht binnen de Eindhovense bevolking zou zijn om het voornemen tot een succes te maken. En de gemeenteraad reageerde daarop met instemming en de de toezegging dat voor iedere steen die door de bevolking van Eindhoven werd geadopteerd , zij geld voor een tweede steen zouden doneren. Dat was een geruststelling voor de initiatiefnemers. Immers, zij waren de mening toegedaan dat het project pas succesvol genoemd kon worden, wanneer ‘alle’ Joodse burgers van Eindhoven met een steen herdacht zouden worden. En daarmee werd groen licht gegeven voor de start van het project.

De initiatiefnemers committeren zich aan de doelstellingen van Gunter Demnig. De Joodse burgers in de periode 1940 -1944 waren immers onze stadgenoten. Het hadden onze buren, onze vrienden, onze kennissen kunnen zijn. Ondanks dat zij deel uitmaakten van onze toenmalige samenleving, zijn ze ‘uitgewist’. En dat menen de initiatiefnemers is onaanvaardbaar. De initiatiefnemers zijn Eindhovenaren en hebben geen Joodse achtergrond. De gebeurtenissen van 1940 -1944 kunnen ze niet ongedaan maken. Maar gelijk de missie van Gunter Demnig, menen zij dat deze donkere bladzijden in de Eindhovense geschiedenis niet vergeten mag worden. Er gaat immers ook een waarschuwing van uit die voor onze tijd zou kunnen gelden. We willen het niet meemaken dat over zestig jaar stenen gelegd moeten worden voor andere stadgenoten die door welke waan dan ook uitgesloten kunnen worden van onze gemeenschap. Er wordt gezegd dat de mens niet leert van zijn geschiedenis. Dat kan zijn, daar zijn veel voorbeelden van te geven. Maar de initiatiefnemers willen er met het project ook toe bijdragen dat we later ons niet kunnen verschuilen achter een excuus dat we het ‘niet geweten’ hebben.

De studie ‘de Joodse gemeenschap van Eindhoven 1940 -1945’ van Phocas Kroon is de blauwdruk voor het project geworden. De studie leert dat Eindhoven 247 Joodse slachtoffers telt. Dat betekent dat we met 247 struikelstenen joodse medeburgers hun naam kunnen teruggeven en de plaats kunnen markeren waar zij ooit woonden en vanwaar zij werden weggevoerd naar de kampen waarvan slecht een enkeling terugkwam.

Inmiddels zijn er op 4 en 5 augustus 74 struikelstenen geplaatst door de kunstenaar. We kijken terug op een zeer geslaagde start van het project. Nabestaanden van de slachtoffers kwamen om getuige te zijn van het plaatsen van de stenen van hun vermoorde familieleden. We kregen erg veel reacties die ons steunden in de opvatting dat het project weerklank in de samenleving zou vinden. Ook van buurtbewoners uit de straten waar de stenen geplaatst werden, reageerden met sympathie en instemming. En met de plaatsing van de eerste 74 struikelstenen kwamen ook de verhalen nar boven. De verhalen achter de namen op de steen. iedere naam heeft een eigen geschiedenis.

Erg veel burgers uit Eindhoven en daarbuiten hebben geld gedoneerd om het project tot een goed einde te brengen. Instemming met het initiatief bracht woningbouwvereniging st. Trudo er toe om een substantiële bijdrage te doneren vanuit solidariteitsgedachte: ‘het hadden ook onze huurders kunnen zijn!’

Die verhalen vinden wij belangrijk

Waarom?

De kleinzoon van Nathan Andriesse en Clara Andriesse-Haagens De familie Andriesse woonden oorspronkelijk aan de Nicolaas Beetsstraat 1. Uit hun huwelijk werd Samuel Andriesse geboren. Inmiddels waren de tekenen zo dreigend dat vader en moeder Andriesse besloten om onder te duiken. Vanwege de dreiging werd besloten om de zuigeling Samuel apart te laten onder duiken. Vader en moeder Andriesse vonden een ‘veilig adres’ maar werden voor ‘kopgeld’ verraden aan de Duitse bezetter. Beiden werden op 31 januari 1944 vermoord in Auschwitz. Samuel kreeg een liefdevol onderdak bij de familie Verhees en overleefde de oorlog. Samen met de nabestaanden van de pleegfamilie, zijn huidige partner, de moeder van zijn kinderen en zoon en dochter, waren ze aanwezig toen Gunter Demnig de stenen plaatste voor het huis waar hij geboren was. De kleinzoon van Nathan en Clara Andriesse vroeg het woord. Hij verhaalde van een artikel dat hij onlangs in Het Parool had gelezen. In het artikel was te lezen hoe bij de restauratie van een huis in Amsterdam in een geheime nis van een schouw het familiearchief van een Joods gezin werd gevonden. In die geheime nis bevond zich een stapeltje liefdesbrieven, wat foto’s en documenten, waaronder een visakte. Helaas waren er geen nabestaanden aanwie deze persoonlijke bescheiden konden worden overhandigd. Niemand van de familie was uit de kampen teruggekomen. Toen de kleinzoon hoorde van de struikelstenen die ter herdenking van zijn onbekende grootvader en -moeder ge plaats zouden worden, dacht hij weer aan het jaren verborgen familiearchief van het joodse gezin in amsterdam. En hij stelde zich voor dat ergens in de tijd, hij bericht zou krijgen dat er bij een verbouwing in het huis aan de Nicolaas Beetsstraat in Eindhoven, achter een paneel, iets
gevonden zou worden, iets tastbaars van de familie waar hij uit voortkwam. Hij besloot zijn verhaal met ‘al was het maar een visakte’.

Dit verhaal maakt duidelijk dat het nog lang niet voorbij is. Nog steeds lopen er mensen rond met een geamputeerd verleden. We hopen dat we met dit project ook de verhalen verzameld krijgen die een stukje verleden terug geven.

Share This